Hoofdmenu
Home
BMW F
BMW G
BMW HP2
BMW K
BMW R
 
Onderhoud tips!
BMW motoren Dealers
Veiligheid
Interessante links
Zoeken
Contact
Sitemap
Wie is er Online
Tellers
Bezoekers vandaag: 1
Bezoekers gisteren: 5
Bezoekers per maand: 224
Bezoekers totaal: 69531
Pagina's deze maand: 598
Pagina's totaal: 325970
Bezoekers per land
Totals Top 5
 50 % United States
 42 % Nederland
 5 % België
 < 1.0 % Duitsland
 < 1.0 % Japan
Algemene tips deel 2 PDF Afdrukken E-mail

Onderhoud:
Regelmatig onderhoud en verzorging zorgt voor een optimale staat en waardevastheid van uw motorfiets. Om uw veiligheid te verhogen en extra kosten te voorkomen geven we u onderstaand enkele praktische tips:

Brandstof:
De aanbevolen brandstof voor de meeste motoren is normale benzine met een minimum oktaan- gehalte van 91 ron of hoger.

Verlichting:

Controleer alle verlichting (dimlicht, remlicht en indicatorlampjes) voordat u gaat rijden op een juiste werking.

Onderhoudsbeurten:
Het op tijd uitvoeren van het periodiek onderhoud, de benodigde afstelling en smering zal uw motorfiets in een goede maar vooral veilige staat houden. Iedere 6000 km (3000 mls) of 6 maanden heeft uw motorfiets onderhoud nodig. De eerste 6000 km is dit een kleine onderhoudsbeurt en algemene inspectie, de tweede 6000 km (lees om de 12000 km of 6250 mls) is dit een grote onderhoudsbeurt.

Poetsen van uw motorfiets:
Het regelmatig schoon maken van uw motorfiets verlengd de levensduur van diverse onderdelen en verhoogd de inruilwaarde later. Wassen of afspuiten van de motorfiets kan met een hoge druk reiniger. Het is echter aan te raden de spuitlans niet te dicht op de motorfiets te houden. Behandeling van lak- en verchroomde delen kun u met diverse wax- produkten. Met BO all- clean kunt u remstof en vet van het achterwiel verwijderen.

Banden:

Controleer de bandenspanning altijd voordat u met de motorfiets wegrijdt. Voor goede rijprestaties en een langere levensduur van de banden is dit echt noodzakelijk. Bij nieuwe banden is extra voorzichtigheid geboden. Nieuwe banden bevatten een soort ciliconen laag die de banden de eerste 100 km erg glad maken. Voor sportieve motoren geldt een bandenspanning van (voor) 2,3 bar en (achter) 2,6 bar. Bij choppers en tour motoren is dit (voor) 2,2 bar en (achter) 2,5 bar. Bij zware belasting dient de bandenspanning verhoogd te worden met 0,3- 0,4 bar. Wanneer een band in het midden aan de minimale profieldiepte zit ( te zien aan slijtageindicatoren) of als er zich een spijker of een ander voorwerp in de band bevindt, dan dient u dit zo snel mogelijk te laten repareren.

Ketting smeren en spannen:
Om de kettingspanning te kunnen controleren zet u de motorfiets rechtop, met beide wielen op de grond en onbelast. Controleer de uitslag van de ketting ongeveer in het midden van de achterbrug. Is deze uitslag groter dan 35 mm stel de ketting dan strakker. De ketting van uw motor dient u elke 300 km te voorzien van kettingvet. U dient deze smering bij voorkeur na het rijden of het wassen van de motor aan te brengen. Gebruik voor deze smering uitsluitend O- ring safe kettingspray of vet.

Koelvloeistof/olie controle:

U dient elke keer voordat u gaat rijden het olie- peil van uw motor te controleren. Het olie- peil controleert u door de motorfiets recht te houden met beide wielen op de grond. Het olie- niveau dient zich tussen het minimale en maximale streepje van de niveau indicator te bevinden. Is het olie- niveau te laag vul deze dan bij tot het maximale niveau. Voor de meeste motoren vult u bij met een 10W40 olie. Controleer de koelvloeistof terwijl de motor koud is. Het koelvloeistof- niveau dient zich tussen het maximum en minimum- merkteken te bevinden. Is het vloeistof niveau te laag vul deze dan bij met koelvloeistof.

Wat in de winterperiode of wanneer de motor voor een langere tijd stilstaat:
Wanneer u de motor voor een langere tijd stil laat staan zult u preventie maatregelen moeten nemen. Nadat u de motor heeft schoon gemaakt dient u de volgende handelen te verrichten:

1. Vul de brandstoftank geheel met benzine en voeg hieraan een toevoegingsmiddel toe.
2. Smeer de ketting en alle kabels.
3. Zet indien mogelijk de motorfiets op een blok of pomp de banden 0,3 bar op.
4. Als u de motorfiets op een vochtige plaats stalt spuit de motor dan in met een laagje siliconen spray of vet ( niet op de remschijven en remklauwen!).
5. Sluit de accu aan op een accudruppellader en controleer regelmatig ( indien nodig) of er genoeg vloeistof in de accu zit. U kunt de accu ook verwijderen, opladen en opslaan in een droge ruimte.
 
< Vorige
DiaShow